top of page

Aan welke vereisten zal het verplicht EPD voor psychologen en psychotherapeuten moeten voldoen?


De Federale Raad voor de Geestelijke Gezondheidszorgberoepen heeft haar langverwacht advies gepubliceerd


Wat voorafging


De Kwaliteitswet, die sinds 1 juli van kracht is, bepaalt dat er van elke patiënt een zorgvuldig opgesteld dossier moet worden bijgehouden dat op een veilige manier wordt bewaard. Voorlopig zijn papieren dossiers nog toegelaten maar een elektronisch patiëntendossier (EPD) zal verplicht worden, nadat het koninklijk besluit hiertoe is uitgevaardigd. Zo'n koninklijk besluit verduidelijkt aan welke vereisten een EPD dient te voldaan.

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke heeft de Federale Raad voor de Geestelijke Gezondheidszorgberoepen (FRGGZB) vorig jaar om advies gevraagd. Meer bepaald werden de volgende twee vragen aan de adviesraad voorgelegd:

  1. Welke bijkomende gegevens zijn noodzakelijk en/of nuttig voor klinisch psychologen en orthopedagogen om in een EPD te worden opgenomen?

  2. Welke zijn de noodzakelijke voorwaarden om de verplichting naar een EPD mogelijk te maken?


Een werkgroep boog zich over de adviesvragen

De FRGGZB steunt de invoering van een EPD voor Klinisch Psychologen en Orthopedagogen op termijn, mits aan het door hen geformuleerde advies wordt tegemoet gekomen. Een werkgroep, samengesteld uit klinische en academische experten en voorgezeten door Prof. Patrick Luyten, kwam in de lente van 2022 zes keer samen om dit advies te formuleren. Hierbij werden de juridische, deontologische en ethische voorwaarden besproken waaraan een EPD voor klinisch Psychologen en orthopedagogen moet beantwoorden. Ook werden de technische vereisten in kaart gebracht waaraan zo'n EPD dient te voldoen en werd aandacht besteed aan hoe een EPD als werkinstrument kan fungeren in de context van zowel monodisciplinaire als multidisciplinaire samenwerking.



Wat houdt het advies van de werkgroep in?


De FRGGZB stelt drie leidinggevende principes voor bij het ontwerp en gebruik van een EPD door klinisch psychologen en orthopedagogen:


  1. De belangrijkste functie van een EPD hoort het verbeteren van de kwaliteit van de zorg te zijn voor de patiënt. Hierbij speelt het beroepsgeheim van de hulpverlener een centrale rol: het is een van de meest wezenlijke werkinstrumenten omdat het de basis legt voor de opbouw van een vertrouwensrelatie. Om die reden wordt een gelaagd en modulair EPD geadviseerd, waarbij men, in samenspraak met de patiënt, dient te bepalen welke onderdelen van het EPD gedeeld worden met welke hulpverleners, door middel van een dynamische toegangscontrole. Dergelijk EPD biedt de nodige garanties aan zowel hulpverlener als patiënt om het (gedeelde) beroepsgeheim te bewaren. Tegelijk schept het mogelijkheden om informatie te delen met andere zorgverstrekkers, hetgeen de kwaliteit van zorg ten goede komt. De default positie hoort echter te zijn dat er geen gegevens gedeeld worden met andere hulpverleners, inclusief het feit dat de patiënt een klinisch psycholoog of orthopedagoog geconsulteerd heeft. Dit noopt de behandelende hulpverlener tot bewuste juridische, deontologische en ethische reflectie over welke informatie gedeeld wordt met het oog op het verbeteren van de kwaliteit van zorg.

  2. Een EPD dient te voldoen aan strenge veiligheidseisen inzake privacy en GDPR en hoort daarnaast kwaliteitsvol en gebruiksvriendelijk te zijn. De raad suggereert aan de overheid om een beperkte aantal softwarepakketten te erkennen op basis van hun conformiteit met de algemene principes van het advies, de technische vereisten en prijs/kwaliteitverhouding. Om de implementatie van deze softwarepakketten mogelijk te maken, dient de overheid een vergoeding voor een dergelijk EPD te voorzien. Tevens moet geïnvesteerd worden in opleiding om het concreet gebruik ervan in de klinische praktijk te faciliteren.

  3. Een EPD dient te fungeren als een werkinstrument en niet louter als een administratieve tool. Naast functionaliteiten voor administratie, facturatie en agendabeheer, moet het EPD ook zorginhoudelijke functionaliteiten bevatten, waarbij patiënten als actieve participanten in de zorg wordt betrokken: toegang tot relevante documenten, routine proces en outcome monitoring, een aanvulling van de reguliere zorg met online zelfhulp,... Tenslotte moet het EPD ook een communicatiemodule omvatten om beveiligd te kunnen communiceren met andere hulpverleners, indien de patiënt hiervoor toestemming heeft gegeven.

Wat betekent dit voor QIT?

Wij zijn opgetogen dat de krijtlijnen zijn uitgetekend voor een EPD voor klinisch psychologen en orthopedagogen. Dat er terdege rekening wordt gehouden met de specifieke context van de geestelijke gezondheidszorg en meer bepaald met het belang van de therapeutische relatie en het (gedeeld) beroepsgeheim kunnen we alleen maar toejuichen. Het stemt ons ook hoopvol dat het EPD als een werkinstrument voor de therapie van de toekomst wordt geconceptualiseerd, met aandacht voor de cliënt als co-regisseur van het zorgtraject en met openheid voor meer gedifferentieerde manieren om aan mentaal welzijn te werken. Dit sluit nauw aan bij de waarden die wij omarmen bij QIT. We blijven het besluitvormingsproces rond het EPD van nabij opvolgen en stellen alles in het werk om als softwarepakket door de overheid erkend te worden.


Ga je graag zelf aan de slag met QIT online? Start dan een gratis proefperiode van 30 dagen of neem contact op via info@qitonline.com.





Start een gratis proefperiode

Volledig vrijblijvend gedurende 30 dagen,
geen betalingsgegevens vereist
Monitor.png
bottom of page