Nele Stinckens
In 2017 kondigde Philippe Bocklandt het al aan: blended hulp wordt het nieuwe normaal, want het digitaal tijdperk brengt verandering. In de jaren voordien bracht hij het online hulpverleningsaanbod in Vlaanderen in kaart. Het bleken allemaal inspirerende en behulpzame tools, maar ver van het bed van hulpverleners die overwegen face-to-face werken.
Tot dezelfde vaststelling kwamen we in de haalbaarheidsstudie die we uitrolden in 2018-2019 met steun van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen: 92% van de hulpverleners bleek geen of weinig ervaring te hebben met digitale tools. Hoewel men zich bewust is van de knelpunten in de huidige GGZ (lange wachtlijsten, weinig differentiatie in zorgaanbod, onvoldoende continuïteit), was er weinig intrinsieke motivatie om het traditionele zorgaanbod te innoveren. Uit de online bevraging die we organiseerden en waaraan 89 hulpverleners deelnamen, bleek hun houding t.a.v. e-health vooral (positief) afwachtend te zijn. Men onderkende weliswaar de opportuniteiten van digitale tools: het vergroten van de toegankelijkheid van psychische hulp, het op een laagdrempelige manier informatie geven over psychische moeilijkheden en herstelprocessen, het vergroten van de bewustwording van cliënten inzake het eigen psychisch (dis)functioneren en het stimuleren van hun zelfwerkzaamheid. Maar dit vertaalde zich niet meteen in concrete actie om met digitale tools aan de slag te gaan. De volgende bezorgdheden werden geuit: men is bang om het vertrouwde werkschema te moeten omgooien, de investering online dreigt iets te worden dat boven op het takenpakket komt, men stelt zich de vraag wie hen gaat vergoeden hiervoor en hoe het zit met de privacy, …
Er was zeker de bereidheid om na te denken over zinvolle scenario’s om digitale tools in het bestaande zorgaanbod in te bedden, maar deze scenario’s werden vooral in de toekomst gesitueerd. Men zag hierbij het meeste heil in een ‘blended scenario’, waarbij reguliere en online zorg worden gecombineerd. Dit kan zowel parallel (face-to-face sessies worden ondersteund met online tools) als afwisselend (een face-to-face aanbod wordt voorafgegaan of gevolgd door een online aanbod). Ook het inzetten van online tools in een nazorgtraject werd als heel zinvol ervaren. Ze zouden veranderingen kunnen helpen consolideren en herval helpen voorkomen. Zelfhulptoepassingen, waarbij digitale tools worden aangeboden ter vervanging van het gebruikelijk behandelcontact (de zogenaamde stand-alone toepassingen), achtte men enkel nuttig voor specifieke cliëntprofielen: cliënten met lichte psychische problemen die eenvoudig zelfstandig aan te pakken zijn en cliënten voor wie de stap naar reguliere zorg te groot is (omwille van taboes, moeilijkheden met interpersoonlijk contact...). Een gelijkaardige terughoudendheid merkten we ten aanzien van het inschakelen van digitale tools in het voortraject: zinvolle invulling van de wachttijd, maar tegelijk bijkomende inspanningen van hulpverleners en zorgorganisaties.
Tot zover de situatie totdat de Coronacrisis uitbrak. Intussen leven we in een andere wereld, waarbij het face-to-face contact noodgedwongen is vervangen door online contact. Net zoals vele andere beroepsgroepen hebben we in ijltempo onze aarzeling en scepsis ten aanzien van digitale tools moeten laten varen en onze vertrouwde manier van werken aan de nieuwe realiteit aangepast. We zijn door het coronavirus in snelheid gepakt, maar het hoopvolle van deze disruptie is dat het onze veranderingsbereidheid accelereert en de creativiteit prikkelt om nabije-zorg-op-afstand aan te bieden. Taleb (2012) heeft het in de proloog van zijn boek ‘Antifragiel’ over dingen die baat hebben bij wanorde: “sommige dingen zijn gebaat bij schokken: ze groeien en bloeien bij veranderlijkheid, toevallige variatie, wanorde en stressoren… ze liggen ten grondslag aan alles wat in de loop van de tijd is veranderd”.
Laten we hopen dat de ‘tussentijd’ waarin we nu vertoeven aan hulpverleners de tijd en ruimte biedt om te zoeken, te experimenteren, inspiratie op te doen en ervaringen uit te wisselen over hoe een optimale mix van reguliere en digitale zorg kan gerealiseerd worden. Vanuit QIT willen we graag het voortouw nemen in het vormgeven van de ambachtelijke psychische hulpverlening van de toekomst. Het is onze ambitie om op korte termijn een rijk scala aan blended hulpverlening uit te bouwen, ten dienste – en niet ter vervanging – van kwaliteitsvolle zorg.
Bocklandt, P. (2017). Blended hulp wordt het nieuwe normaal. Online en face-to-face doordacht combineren. https://sociaal.net/achtergrond/blended-hulp-wordt-het-nieuwe-normaal/
Stinckens, N. & Missiaen, C. (2019). Online zelfhulp als vehikel voor flexibele en gedifferentieerde psychische zorg. Haalbaarheidsstudie Vlaams Agentschap voor Innovatie en Ondernemen, projectnummer HBC.2017.0864.
Taleb, N.N. (2012). Antifragiel. Dingen die baat hebben bij wanorde. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.
Comments